Ubud en Munduk #Reisblog10

Eenmaal gedoucht voel ik me een stuk beter, maar honger heb ik niet en zin om Ubud in te gaan ook niet. Gelukkig is het al avond wanneer we aankomen dus is het niet alsof ik een dag gemist heb in Ubud door heerlijk onsociaal in bed te liggen. Maandag ochtend word ik opgelucht wakker want ik voel me een stuk beter. Ik laat m’n kleren wassen, want ik heb geen schone meer over en die onder gekotste kleren moeten ook echt schoon. Na het ontbijt trek ik er op uit in Ubud.

Ubud is ontzettend druk, echt niet normaal. Ik ben nog niet heel lang aan het rondlopen wanneer ik tijdens het maken van een foto ineens hoor: “You should wait till the school is finished.” Al snel raak ik aan de praat met de man (drie uur later kwam ik erachter dat zijn naam Ari is) die dat zei. Z’n Engels is erg goed en wanneer ik hem vraag waar die vandaan komt, vraagt ie mij om een gokje te doen. Helaas was Nederland niet het juiste antwoord, maar BelgiĆ« wel. HĆØ, bijna! Ari spreekt dus ook Nederlands en voor mijn gevoel haast onbewust beginnen we aan een tour door Ubud.

Ari komt namelijk al negentien jaar in Bali en kent Ubud volgens mij uit z’n hoofd. Hij laat me allemaal plekjes zien, verteld me over zijn ervaringen, z’n favoriete eettentjes, reizen die hij heeft gemaakt, we bespreken van alles. Dat is wel een leuke manier van Ubud ontdekken, echt waar. Ik heb van alles gezien wat me anders niet was opgevallen of waar ik nooit van geweten zou hebben, zoals het vredige stukje Ubud waar Ari verblijft. Hij neemt me mee naar Kajeng street, een straat gefinancierd door backpackers en reizigers met graveringen in de stenen, waar we afscheid nemen. Ari gaat lekker zwemmen en ik ga de rijstvelden van Ubud verkennen.

In de rijstvelden ben ik lekker aan het rondlopen en slenteren, alleen raak ik hopeloos verdwaald. Ik zie allemaal mooie plekjes, maak leuke foto’s, maar de weg terug vinden, das een dingetje. Op de een of andere manier eindig ik in een straat genaamd Jalan Suweta, vijf kilometer bij het centrum van Ubud vandaan. Wel is er een prachtige tempel die zich aan het klaarmaken is voor een ceremonie waar ik een kijkje in mag nemen. Heel indrukwekkend. Je krijgt een sarong (een soort omslagdoek) om en een bandje rond je hoofd. Anders mag je er niet in. Ook mag je niet in de tempel als je aan het menstrueren bent, want dan ben je aan het reinigen, in mijn voordeel is dat niet het geval.

Ik kijk daar even rond en wordt daarna door een aardige local op de scooter mee naar beneden gebracht. Terug in mijn hostel raak ik aan de klets met wat kamergenootjes en krijg ik een appje van Miriam of ik het gezellig vind om vanavond met Salma, Rianne en Miriam af te spreken in Ubud. Daarnaast word ik aangenaam verrast door een briefje van Ari met z’n, en ik quote, ‘book of faces’
(facebook dus).

De drie vrijwilligerswerk ladies ontmoet ik in mijn hostel, waar we eerst even kletsen met mijn kamergenoten voordat we de stad in gaan. Samen met de meiden ga ik ergens eten en zijn we gewoon aan het kletsen en rond slenteren in Ubud. We maken het niet te laat ( een uur of tien) maar het is fijn om ze nog even te zien.

De dag erna trek ik er vroeg op uit om enkele bezienswaardigheden wat verder bij Ubud vandaan te bekijken. Omdat ik het in Ubud best wel spannend vind om een scooter te huren en ik de weg niet weet sluit ik een deal met een soort chauffeur, die me dan voor 20 euro de hele dag rondrijdt.

We beginnen bij Tegenungan waterval, een mooie waterval vol toeristen en ontzettend veel traptreden om er te komen, ik was nou nog niet bepaald onder de indruk hiervan. De volgende stop was Goa Gajah, beter bekend als ‘the elephant cave’. Bij zo’n naam verwacht je een grot in de vorm van een olifant of een grot met olifanten beelden erin, maar dit was niet het geval. Die grot was nogal een teleurstelling, maar de tuin en tempel die er ook zat waren leuk om even rond te wandelen. 

We vervolgden onze route naar Gunung Kawi, een van de minst bezochte tempels in Bali, maar wel een hele mooie. De tempel is gemaakt uit de rotswand in het waar een rivier loopt. De tempel is omringd door rijstvelden en het is echt genieten om daar te zijn. Het leek ook te kloppen dat het niet een veel bezochte tempel is, want veel mensen waren er niet. De trappen waren niet per se een pretje, het waren er 303. Ik raakte aan de praat met twee Nederlandse meisjes ongeveer halverwege de trap omhoog, waar ik even mee gezeten heb om op adem te komen.

Toen ik eindelijk toch de traptreden overwonnen had was het tijd om naar Tirta Empul Temple te gaan. Dit is een van de bekendste tempels in Bali. De tempel staat bekend vanwege het heilige water waar je je ziel kan reinigen. Hoe het precies allemaal in elkaar steekt weet ik niet, maar ook de lokale mensen gaan er heen om te bidden, alleen die gaan vaak al heel vroeg, zodat ze voor de toeristen stroom aan zijn. Ook als toerist kan je er je ziel laten reinigen. Als je nog geen sarong hebt kun je eentje ‘huren’ die nat mag worden en zijn er plekken waar je je om kan kleden.

Echt uitgelegd wat je moet doen wordt er niet, maar je volgt gewoon het voorbeeld van de rest van de mensen. Er zijn daar drie ‘zwembaden’ met heilig water erin. In die zwembaden zijn een soort fonteinen, een verschillend aantal per zwembad. Zo zijn er in het eerste bad dertien, maar moet je er daarvan twee overslaan, want die zijn voor de doden. Bij elke straal herhaal je het proces om drie keer je gezicht te wassen/een slokje te nemen van de straal (het water komt uit een hotspring in de buurt en is dus drinkbaar) en daarna hou je drie keer je hoofd eronder. Als je in het laatste bad bent bij de laatste straal heb je het proces voltooid en is je ziel gereinigd.*

Na Tirta Empul gingen we naar een koffie/cacao plantage, hier laten ze je gewoon even zien wat ze allemaal groeien en kan je gratis koffie, chocolademelk en thee proberen. De koffie heb ik grotendeels overgeslagen, maar de thee was ontzettend lekker, vooral lemongrass. Stiekem had ik het graag gekocht, maar het was poeder en ik denk dat het gegarandeerd ontploft was in mijn backpack op een gegeven moment.

De laatste stop waren de rijst terrassen bij Tegalalang. Het is er werklijkwaar prachtig, maar het was niet mijn scene. Het was er mega toeristisch met overal de “real” Bali swing (een schommel waarbij het voornamelijk gaat om een Instagram waardige foto, waar je veel te veel geld voor betaald) en daarom was er veel geschreeuw. Toen ik door de rijstvelden van Ubud liep was het sereen en waren er mensen aan het werk, hier zitten mannen met werkgerij om een foto met je te maken voor 10k roepia.

Het was zeker een geslaagde dag, maar ik heb niet het gevoel dat ik echt overweldigd ben door de dingen die iedereen een must-see Bali vind, maar dat ligt vast aan mij. Die avond genoot ik van opwarm noedels, want de dag was al duur genoeg zonder voor eten te hoeven betalen. Ook had ik ’s avonds een shuttle bus naar Munduk geregeld waar ik de volgende ochtend heen zou gaan. Een dorpje in de bergen, waar de omgeving prachtig moet zijn.

Munduk was een eindje rijden, maar een groot deel van de rit heb ik een dutje gedaan. Eenmaal in de bergen waren de uitzichten tijdens de rit geweldig en werd ik alsmaar enthousiaster om hier twee nachtjes door te brengen. De eerste avond heb ik wat rondgewandeld in het dorpje, wat niet erg veel voorstelt maar leuk is om te zien. Toen ik terug kwam zat er een meisje in het hostel waar ik mee aan de praat raakt. Ze komt uit New York en heet Ayala. We konden het in het hostel goed vinden en zijn dus samen ergens gaan avondeten. Het eten in Munduk is een stuk goedkoper dan in Ubud en nog lekker ook!

Ayala en ik konden het goed vinden dat we donderdag samen op pad zijn gegaan. We hebben allebei een scooter gehuurd (links rijden! Ah!) en zijn gaan cruisen. De eerste stop was een waterval in de buurt, daar rondlopen bleek echter een enorme hike en we hebben ons stappendoel toen zeker wel gehaald. Uiteindelijk hadden we een rondje gelopen, alleen toen we bij het punt waren waar we omhoog moesten stonden er vijf honden naar ons te blaffen. Erg vriendelijk leken ze niet en ik was bang dat ze ons op zouden eten, maar aangezien onze scooters boven stonden moesten we erlangs. Terwijl ik met een lange stok de honden op afstand hield had Ayala een steen in d’r hand voor het geval ze zouden aanvallen. Het was even stressen, maar veilig langs de wilde honden komen is gelukt en de scooters stonden nog precies op dezelfde plek.

We stapten weer op de scooter en zijn ergens gaan eten. Dat bleek nog geen tien minuten later een slimme keuze te zijn geweest, want het kwam met bakken uit de lucht vallen. Mijn eerste tropische regenbui! Het duurde best wel lang, maar het eten was goed en er kwamen zelfs nog twee meisjes Balinese dansen doen voor de mensen in de Warung (een soort mini restaurant), waar je zelf ook mocht deelnemen! Een paar uur later was het eindelijk droog en zijn we naar de Twin Lakes een stukje verder op gegaan. Het uitzicht was er super mooi en we spotte zelfs nog drie aapjes!

Ook zijn we naar Monkey Street gereden, een gewone straat die vol zit met allemaal aapjes. Ondertussen was het weer wat gaan sputteren dus hadden we wel genoeg gehad, daarbij was het nog een stukje terug rijden op de scooter en wouden we voor het donker terug zijn. Samen hebben we avond gegeten en nog gekletst in het hostel, maar aangezien we beide best wel moe waren, zijn we op tijd gaan slapen.

Vrijdag (27 september) ben ik op pad gegaan naar Gilimanuk, daarvoor moest ik eerst een stukje met de taxi en daarna met de bus, alleen eenmaal in Gilimanuk bleek er niks anders te zijn dan de haven naar Java, waar ik wel binnenkort heen wil, maar nog niet. Bij een soort marine officiers kon ik Wi-Fi krijgen en ben ik verder geholpen. Met de bus naar Negara zou het worden. Negara is een groot gebied en ik ben uit gestapt in Medewi, een plaatsje aan de kust. Ik moest nog een plek zoeken om te verblijven, wat ik bij een restaurantje snel gedaan had.

Het was ongeveer een half uurtje lopen in de hitte en toen ik er aankwam was er niemand, ik heb een voorbijganger (een man op de scooter met z’n vrouw en kinderen) om hulp gevraagd, die mij zo ontzettend lief geholpen hebben! Ze hebben meerdere keren gebeld naar de eigenaar en zijn zelfs even met me blijven wachten. De man sprak best wel goed Engels, hij vertelde me dat hij surfleraar is in de buurt, vandaar. Op een gegeven moment zijn ze er toch van door gegaan, wat ik best snap, maar toen hij een telefoontje terug had gehad kwam hij het me wel even vertellen.

Niet veel later kwam de eigenaar vol verontschuldigingen naar me toe. Ik slaap alleen in een vier persoons kamer en er is geen Wi-Fi, ook al stond het wel op de website, maar stiekem vind ik het niet zo erg dat het er niet is. Wel pech voor jullie, want ik ben eindelijk weer op schema met m’n blogs en dan kan ik ze niet direct uploaden! Tja, morgen dan maar, want dan ga ik verhuizen naar een hostel/homestay wat dichter bij het strand, waar wel Wifi is, zodat ik kan uitvogelen waar ik daarna heen ga.

Grapje, de eigenaar van m'n hostel had een restaurant met Wi-Fi aangerdan dus ik had mijn laptop meegenomen :) 

p.s jeetje wat is dit een lang verhaal geworden.

*Ik weet niet precies hoe het zit met het ritueel bij Tirta Empul, maar dit is wat ik begrepen heb.


















Ayala bij een waterval











Reacties

  1. Je ziet er prachtig uit in de sarong! Vet, dat met die scooters. Geniet maar.. Mam

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Men, wat heb je al weer een boel ondernomen en mensen ontmoet. Super! En die aapjes vind ik ook geweldig!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts