Ao Nang - van die trap word ik bang #Reisblog17
hoge prijs bussen willen aansmeren. Martine en het Zweedse meisje willen graag direct naar Koh Tao, maar ik nog niet. ‘On a whim’ besluit ik naar Krabi, Ao Nang te gaan. Dat is een plaatsje aan de westelijke kust van Thailand. Ik weet namelijk hoe duur die bus ongeveer hoort te zijn, dus ik ga echt niet teveel betalen. Door een mevrouw die werkt bij de ferry station word ik naar het busstation gebracht.
De busrit duurt ongeveer vijf uur. Vanwege een probleem
met de bus moeten we wisselen van bus, maar snel daarna zijn we weer onderweg. Eenmaal
aangekomen biedt een taxi chauffeur aan om me voor 50 bath naar Ao Nang te
brengen. Toen we arriveerden bij mijn hostel (tegen zes uur ’s avonds) was dit
ineens 450. We gaan naar binnen bij het hostel om het uit te vechten, maar
uiteindelijk is het goed voor 300. Dat staat gelijk aan tien euro, voor een
autoritje van twintig minuten! Thailand word een duur grapje.
Die avond doe ik niet heel veel. Ik loop wat rond in m’n
nieuwe stadje voor een tijdje. Even kijken wat het te bieden heeft. Ook vind ik
een plek om even wat te eten. Meest speciale maaltijd die ik in eeuwen gehad
heb, namelijk? Rijst! Echt, wanneer ik terug kom in Nederland ga ik een maand geen
rijst eten. De rest van de avond chill ik in m’n hostel en ga ik mooi op tijd
slapen, je verwacht het misschien niet, maar busreizen maken moe.
Wanneer ik de volgende ochtend wakker word besluit ik dat
het tijd is voor een goede oude
strandwandeling. Daar doe ik redelijk lang over, want strandwandelingen hoor je
niet te haasten. Erna besluit ik een andere route terug te nemen naar mijn
hostel, zonder op maps.me te kijken of dit ook echt kan. Na anderhalf uur lopen
begin ik toch wel wat achterdochtig te worden of deze route ooit bij de
hoofdstraat gaat uitkomen. Ik check de kaart en al snel blijk dat ik al zes
kilometer lang de verkeerde kant op aan het lopen ben.
Ik heb geen zin om dat hele stuk terug te lopen in deze
hitte, dus liften it is. Een oud vrouwtje op een blitse paarse scooter neemt me
mee. Ik spring bij d’r achterop en al snel zijn we weer in de ‘bewoonde’
wereld. Ik geef d’r een knuffel als bedankje, die warm geaccepteerd wordt. Wat
’n schatje. Inmiddels is het bijna tijd voor zonsondergang. Ik voel me een
beetje eenzaam, maar dat is snel opgelost. Ik spreek namelijk een meisje aan
die ook alleen zit. Ik vraag aan d’r of ze het oké vindt om de zonsondergang
samen te bekijken, want mooie momenten zijn altijd beter als je ze met iemand
kan delen.
Dit is een van de mooiste zonsondergangen die ik tot nu
toe heb gezien en Karen (uit Amerika, maar ze woont nu tijdelijk in Afghanistan
voor werk) is super aardig. Als de zon helemaal onder is gaan Karen en ik samen
wat eten. Ik had al wat gehad (geweldige homemade knoflook pita broodjes), maar
niet erg veel. Terwijl we aan het zoeken zijn, kom ik ineens Victoria tegen,
herinneren jullie die nog van de Maleisië blogs? We kletsen even kort en
spreken af dat we elkaar later nog zien.
Karen en ik vinden een plek om te eten, waar we wat delen
en daarna lopen we door winkeltjes kijkend naar onze hostels. Eenmaal in m’n
hostel raak ik aan de praat met twee meiden uit Engeland die in m’n kamer
zitten, Jesse en Anna. Dat is wel even gezellig en we spreken af om de volgende dag ’s middags
naar Krabi town te gaan. We praten over van alles, maar rond elf uur is het
tijd om te slapen want omijngod, wat ben ik moe de laatste dagen.
Ik ben mooi op tijd wakker, maar de twee meiden waarmee
ik naar Krabi town ga nog niet, dus ’s ochtends kan ik gewoon even chillen.
Rond een uur of twaalf gaan we opzoek naar een tuktuk die ons wel naar Krabi
wil brengen. Dit is niet erg moeilijk, maar vijf minuten later is er iets mis
met de motor ofzo, dus belt de tuktuk driver een vriend van hem die een auto
heeft om ons voor dezelfde prijs af te zetten. Het duurt allemaal even, maar
het komt gelukkig allemaal goed.
Na ongeveer twintig minuten worden we gedropt op de
plaats van bestemming, midden in Krabi Town. We lopen wat rond en komen er al snel
achter dat er eigenlijk niet erg veel gaande is. Er zijn bijna geen mensen op
straat en ook niet bepaald veel bezienswaardigheden. We vragen de receptie van
een random hostel om hulp, waardoor we eindigen bij een tempel. De tempel zelf
is wel mooi, maar wat het zo interessant maakt, is dat er precies op dat moment
een jongen tot monnik benoemd aan het worden is.
We staan er eerst een beetje hopeloos bij, maar worden al
snel in de tempel uitgenodigd om mee te kijken. Ik snap niet veel van wat er
gaande is, er worden een soort liederen gezongen, offeringen gedaan en op een
gegeven moment wordt de jongen dan ineens door allemaal mensen geknuffeld en
worden er foto’s gemaakt. De jongen is nu een monnik, dus tis tijd om de
familie dat te laten vieren en ze met rust te laten. Het was wel een ervaring
om te zien, dat zeker.
Met z’n drieën regelen we een taxi terug naar Ao Nang,
waar we op zoek gaan naar ergens om te eten. Nu weet ik toevallig dat er aan de
hoofdstraat een soort van local foodcourt zit, waar ze van alles verkopen, maar
voornamelijk wil ik er heen voor de kebab tent met zelfgemaakte knoflook
pitabroodjes. Want omygucci, wat lekker is dat broodje alleen al.
Na ’t eten is het tijd voor een massage. De massage is
echt wel heel chill, maar halverwege begint het flink te regenen. De regen is
nog niet voorbij als mijn massage klaar is, maar ik wil echt wel graag want
morgen (1 november) ga ik samen met Victoria op pad. Ik sta dan ook redelijk op
tijd op, huur een scooter en ontmoet Vic bij een restaurantje waar zij aan het
ontbijten is. We besluiten om als eerste naar de tiger temple te gaan. Dit is
een tempel die op 300 meter hoogte zit, waar je naartoe kan doormiddel van een
600 m lange trap met 1260 treden.
Ik moet eerlijk zeggen, dat die trap de zwaarste klim was
die ik tot nu toe heb gehad. Echt niet normaal! Op sommige stukken is het zo
gigantisch stijl en zijn de traptreden zo hoog. Gelukkig ben ik niet de enige
die het zo zwaar heeft. Onderweg komen we ontzettend veel mensen tegen die, net
als wij, aan het dood gaan zijn (niet letterlijk, natuurlijk). Het voelt wel
goed om te weten dat het niet mijn slechte conditie is die dit zo moeilijk
maakt, want we halen af en toe iemand in die er echt wel uitziet als een
actieve sporter. Ik denk dat als ik dit alleen had gedaan, het heel anders was
verlopen, maar dankzij de continue goede vibe tussen Vic en ik, komen we toch
bij de tempel aan.
Aangekomen bij de allerlaatste traptreden valt er een
gevoel van victorie over me heen. We hebben het gedaan! 1260 traptreden! En wat
is het uitzicht het waard! Later hoor ik dat we best wel heel erg geluk hadden
met het uitzicht. Tjerk, een vriend van mij, is hier namelijk een paar jaar
terug geweest en zag alleen maar wolken. Ik moet zeggen, als ik alleen maar wolken
als uitzicht had gehad, was ik voor de snelle route naar beneden gegaan.
GRAPJE, geen stress.
We hebben dus in elk geval best wel even een tijdje in
die tempel vertoeft, voordat we de trap naar beneden aan konden. Gelukkig was
naar beneden gaan een stuk minder zwaar, ook al vond ik het wel een stuk enger,
maar he, we zijn beneden gekomen en daar gaat het om. We maken een kleine
donatie en krijgen in ruil daarvoor een armbandje voor ‘good luck’.
Victoria heeft nog nooit scooter gereden, dus op de
parkeerplaats van de tempel leer ik het d’r. Ze rijdt wat rondjes en even later
stap ik bij Vic achterop, zodat ze ook gelijk weet hoe dat is. Wanneer we bij
de grote weg aankomen, neem ik het weer over, want we gaan nu naar de Emerald
Pool. Een soort natuurlijk zwembad, want we moeten echt al dat zweet van ons af
spoelen. Het is een eindje rijden, een uur ofzo, maar we weten het te vinden.
Dan denk je meteen heerlijk bij het water te zijn,
wanneer het blijkt dat je nog twee kilometer moet lopen. Dat hebben we er dan
nog wel voor over. Het water is mega ontzettend blauw en mooi, maar dat boeit
in eerste instantie niet, we willen er gewoon in, potverdorie! Snel kleden we
ons om en vliegen we het water in. Het is heerlijk! Niet mega koud, maar ook
niet te warm, gewoon de perfecte temperatuur om je een beetje opgefrist te
voelen.
We zijn de laatsten in de pool, voordat we een beetje
teleurgesteld weg worden gestuurd omdat het gaat sluiten. Snel omkleden en naar
de scooter lopen dan maar. Vic rijdt het rustige stuk en ik rijd op de grote
weg. Ik weet niet waarom, maar de terugweg duurt altijd korter. Het duurt dan
ook niet lang voordat we terug zijn. We rijden samen naar mijn hostel, brengen
de scooter terug en kletsen nog even. Ook wil Vic nog even haar haar laten knippen, aangezien haar eigen poging niet heel erg goed was gegaan. Erna loop ik met Vic mee naar haar hostel,
waar we dan echt afscheid nemen, want dit is hoogstwaarschijnlijk de laatste
keer dat we elkaar zien.
Het was een lange dag. Terug in het hostel neem ik een
heerlijke warme douche voordat ik m’n bed in duik. In de morgen begin ik met
mijn tas in pakken, het is namelijk weer tijd om te verhuizen. Om één uur wordt
ik opgehaald en naar de haven gebracht, om vlak daarna op de boot naar Koh
PhiPhi te stappen. Tijd voor de beroemde Thaise eilanden.







Een kapster met een mondkapjes?... slaat de hygiëne daar door of is de lucht kwaliteit niet zo goed..
BeantwoordenVerwijderenPlay Now at Lucky Creek Casino - Mississippi Hotels
BeantwoordenVerwijderenLucky Creek Casino is located just off the 대구광역 출장마사지 Mississippi 제천 출장안마 River in 서귀포 출장마사지 Tunica Resorts, Mississippi. 성남 출장샵 The casino 속초 출장샵 features 871 slot machines, more than 50 table games